Je kunt het wel een stroke of luck noemen dat Jennifer en Marije letterlijk dicht bij huis… » read more
jack en maria
Je kunt het wel een stroke of luck noemen dat Jennifer en Marije letterlijk dicht bij huis zulke schitterende personages voor hun tweeluik vonden. Hun eigen schoonmakers uit respectievelijk Indonesië en de Filippijnen leverden de verhalen en de stemmen van twee radiomonologen. En in allebei de gevallen krijgen we iets voorgeschoteld dat meer is dan een vraaggesprek of een reportage doorgaans bieden.
Dit zijn voorbeelden van hoe radio-luisteren een luisteren tot de tweede macht word. Het is niet zo dat je op afstand via elektronische middelen kunt horen hoe mensen praten, hoe het leven of de muziek daar klinkt; hier wordt het luisteren op twee manieren met zichzelf vermenigvuldigd.
De eerste is redactie, waarmee ik bedoel dat wat Jack en Maria vertelden, in geschreven tekst is omgezet en vervolgens geredigeerd. Niet de opname van hun spraak is gemonteerd, maar wat ze te vertellen hadden is -als geschreven tekst- geoptimaliseerd. Dit is iets wat doorgaans alleen in geschreven journalistiek of als onderdeel van het toneelschrijven gebeurt. En ook al is deze geschreven versie, die een vertaling is bovendien, maar een halffabrikaat, toch hoor je de kwaliteitsverbetering door selectie, weglating en structuur, die deze werkwijze aan het eindresultaat toevoegt. Het is de tekst van iemand die aan de keukentafel over zijn of haar leven vertelt, maar dan wel verbluffend doeltreffend, beeldend en zonder taalkundige of associatieve ruis. Ik heb het niet kunnen controleren, maar al luisterend krijg ik de indruk dat de verhalen van Jack en Maria niet zijn gesimplificeerd, maar wel korter, eenvoudiger en inzichtelijker zijn geworden; oftewel beter, zonder aan rijkdom en nuance te verliezen. Kunstmatig, maar waarachtig.
De tweede manier waarop er hier sprake is van een verhevigde luisterervaring, is dat de verhalen van een Indonesische man en een Filippijnse vrouw, beide in immigranten-Engels gedaan, te horen zijn uit de mond van Nederlandse acteurs. En al hoor je onmiddellijk dat dit geen opnames zijn van mensen die spontaan over hun leven vertellen, toch heeft hun spel de juiste openheid en ritmiek om de personages tot leven te laten komen. Zeker in combinatie met de subtiele achtergrondgeluiden levert dat een krachtige radio-ervaring op. Misschien is dit wel de gewaarwording van helderhorendheid.
Natuurlijk troffen mij allereerst de moed, het uithoudingsvermogen en de veerkracht van deze mensen, die zonder enige steun of zekerheid ons vuile werk doen en hun eigen leven en dan van hun gezin overeind houden en perspectief proberen te geven. Mooi is het vertrouwen dat uit de toon van de verhalen spreekt tussen spreker en degene aan wie ze dit vertelden, de makers. Dat zorgt ervoor dat mislukkingen, twijfels, verdriet en angst niet worden verzwegen of gebagatelliseerd.
Deze werkwijze, die van binnenuit wil versterken en verhevigen, in plaats van de verhalen in een journalistiek kader te plaatsen (van de een of andere discussie, schandaal of beleidskwestie, het een of andere vooroordeel) ontdoet de ervaring van de illegale vreemdelingen Jack en Maria van haar sociologische verpakking en brengt ze in menselijk opzicht dichterbij. Allerlei juridische, religieuze, culturele, taalkundige en psychologische factoren die Jack en Maria vreemd voor ons zouden kunnen maken zijn naar de achtergrond gedrongen. Wat gebeurt er als hun strijd, hun angsten en verlangens dichterbij komen?
Natuurlijk dringt zich het indrukwekkende besef op dat er zoveel mensen als Jack en Maria zijn, die onzichtbaar en in moeilijke omstandigheden hun bijdrage aan Nederland leveren. En hoe verknipt wij en de Nederlandse politiek met dat feit en die mensen omgaan. Maar er gebeurde nog iets veel verontrustenders toen ik de ervaringen van Jack en Maria uit de monden van Nederlandse acteurs hoorde komen.
There’s no such thing as society, zei Margeret Thatcher, en de afwezigheid van al die zaken waarvan zij zo minachtend het bestaan loochende, is precies wat me schokte aan deze verhalen. Deze levens zijn door hun illegale status a-sociaal: ze werken, ze doen boodschappen, ze lopen over straat, maar ze zijn geen deel van de maatschappij. Ze hebben hooguit wat persoonlijke contacten en leven in familieverband. Daarbuiten is geen structuur, geen veiligheid, geen ruimte voor ontplooiing, geen wettelijke bescherming, geen gemeenschap. Sterker, daarbuiten is alleen gevaar, onzekerheid, rechteloosheid, de ontkenning van alles wie ze zijn of verlangen. Daar staan ze zwak en zijn ze alleen. Ze zijn geen deelgenoot van de publieke en sociale structuren die mensen ‘maten’ maken, zonder meteen familie of dikke vrienden te hoeven zijn. Alles wat we de afgelopen 150 jaar sociaal noemen, die mengeling van dagelijks buurtleven en instituten als gemeente, vakbond, rijksoverheid, ziekenfonds, onderwijs, vereniging. Het gevolg: de rechteloze marge die ze met hun familie bewonen is benauwend, beperkend, en zoals blijkt uit beide verhalen ook snel een slangenkuil; een schemerig veldje waar buiten het zicht van publieke controle of juridische sanctie schofterig en zelfs crimineel gedrag ongezien en ongestraft kan blijven. Waar het recht van de sterkste geldt.
Niet alleen maken de Nederlandse stemmen duidelijk hoe dichtbij Jack en Maria als mensen staan, hoe bizar de afstand is die er lijkt te bestaan. Maar omgekeerd verkleinen deze stemmen ook de afstand tussen Jack en Maria en de Nederlandse onderklasse, de mensen die sinds de dagen van Thatcher stap voor stap hun rechten, zekerheden, steun en sociale structuren hebben zien verdwijnen. Deze indringende radioverhalen vertellen niet alleen over de mooie, droevige, bewonderenswaardige menselijke werkelijkheid achter het abstractum illegaal, maar ze houden ons ook een spiegel voor: in hoeverre gaan de levens van de laag en ongeschoolden in Nederland meer en meer lijken op de levens van Maria en Jack? En wat heeft dat te maken van we maatschappij noemen? Hoe dicht is deze precaire levenssituatie van illegalen de zwakkere Nederlanders al genaderd?
Woorden, zonder beelden, kunnen makkelijker en nauwkeuriger overdrachtelijk en exemplarisch werken, dan audiovisueel materiaal. Hoe gek het ook klinkt, mensen nemen wat ze zien steevast te letterlijk. Luisteren naar iemands verhaal, dat door een literair-documentaire aanpak boven het particuliere wordt getild, daar is de zachte intensivering van radio extreem geschikt voor. Van dat vermogen, door de werkelijkheid heen te kunnen luisteren, maken de verhalen van Jack en Maria optimaal gebruik.
Dirk van Weelden evaluatie het Mediafonds